Ik kan me de november-speelgoedcatalogus nog goed herinneren. Die was dun en gevuld met Barbie, Lego, Playmobil, Fisher Price en nog wat aanverwante zaken. Je scheurde wat uit, plakte het op een vel, deed het in je schoen en dan was het een kwestie van fingers crossed dat je het budget van je ouders niet overschat had.
Ik was makkelijk. Als je mij iets gaf waar je mee kon kleuren of kleien of waar je de haren van kon kammen, was ik tevreden. Zeer tevreden. Mijn broer Elmer was al een lastiger verhaal. Bij Elmer moest het cadeau minstens gemotoriseerd zijn of in elk geval voorzien zijn van een zestal batterijen die in notime op waren. Elmers cadeaus waren altijd zeer fragiel. Of beter: in Elmers handen was alles altijd zeer fragiel. Ik heb als kind menig afstandsbestuurbare auto tegen een muur of in een zandhoop te pletter zien rijden. En dan janken natuurlijk, want het was NOOIT zijn schuld. Toen mijn broertje wat ouder werd, kwam de vraag naar computerspelletjes. Atari's, Nintend…
Ik was makkelijk. Als je mij iets gaf waar je mee kon kleuren of kleien of waar je de haren van kon kammen, was ik tevreden. Zeer tevreden. Mijn broer Elmer was al een lastiger verhaal. Bij Elmer moest het cadeau minstens gemotoriseerd zijn of in elk geval voorzien zijn van een zestal batterijen die in notime op waren. Elmers cadeaus waren altijd zeer fragiel. Of beter: in Elmers handen was alles altijd zeer fragiel. Ik heb als kind menig afstandsbestuurbare auto tegen een muur of in een zandhoop te pletter zien rijden. En dan janken natuurlijk, want het was NOOIT zijn schuld. Toen mijn broertje wat ouder werd, kwam de vraag naar computerspelletjes. Atari's, Nintend…